Blanc de Blancs “Cuvée Aleksander” 2003, Moldavië (Cahul)
Vijf series van steeds twee wijnen, waarbij er steeds één bekende reputatie en een minder bekende wijn naast elkaar staan, dat beloofde Nello Pischedda aan het begin van de avond. Zouden we druif, herkomst, wellicht zelfs wijnmaker herkennen? We beginnen met een mousserende indrinker. Een fijne mousse, de wijn is duidelijk eerder op het fruit van de chardonnay en pinot blanc gemaakt dan op kracht of sterke autolysearomas. Het geheel is zeer elegant en spreekt de meeste proevers zeer aan. De verrassing is dan ook groot bij het demasqué: de wijn komt uit Moldavië en heeft een winkelwaarde van tien euro. Trouvaille!
Viognier 2008, Vin de Pays des Collines Rhodaniennes, Yves Cuilleron
De eerste serie is wit. Een Viognier van Cuilleron staat naast een Ribolla Gialla uit Friuli. De Ribolla charmeert met bescheiden honing en anijs in de neus, maar komt in mijn ogen wat zuren en spanning tekort. De Viognier start ingetogen, komt dan langzaam los in het glas met een wat waxy geur, met ook rijpe gele pruimen. Gemaakt met de van nature in de wijngaard voorkomende gisten.
Refosco 2006, Le Vigne di Zanò
In de eerste rode serie een Barbera van Fontanafredda tegenover een rode Friuli– hetzelfde huis als de Ribolla Gialla. “Hint van lijm, maar geen Italiaan” staat stom genoeg in mijn notities van de Barbera – wél een Italiaan dus. Met behoorlijk aanwezige alcohol, ook. Wat mij betreft “wint” de Refosco: nog weinig kleurontwikkeling, rokerig fruit, stal en eiken. Klassieke zuur- en tanninestructuur. Mooie balans.
Barbera “Conca tre Pile” 2003, Aldo Conterno, Piemonte
Ook hier weer velpon en inderdaad: opnieuw een Italiaan. Of liever twee: de wijn van Aldo Conterno staat naast de Taurasi 2003 van Feudi di San Gregorio. De tannines van de laatste zijn mij na 6 jaar nog iets te drogend. De Barbera is een volle (14% alcohol), maggi-kruidige wijn met duidelijk eiken en een krachtige afdronk.
Pinot Nero Riserva “Linticlarus” 2005, Alto Adige, Tiefenbrunner
Vrijwel unaniem beoordeeld als een heerlijke wijn en de lekkerste wijn uit de serie. Herkenbaar als pinot aan de lichte kleur. Persoonlijk heb ik wat moeite met het duidelijke zoetje, maar zoals gezegd levert het voor velen juist een bijdrage aan een krachtige, extractrijke wijn. Ook mooi met kruiderij besprenkeld (nootmuskaat). De Barbaresco “Coste Rubin” 2005 van Fontanafredda is fris en elegant maar heeft nog wat flesrijping nodig.
Côte Rotie “Terres Sombres” 2006, Yves Cuilleron en Batuta 2004, Niepoort
Twee mooie en bijzondere wijnen in de laatste serie. De Côte Rotie heeft een vrij geprononceerde stoffige rookvleesneus. In de smaak veel sap en pruimen. Geconcentreerd maar zeker met voldoende zuren die het fris houden. Cuilleron zelf vindt dit van de 3 cuvees Côte Rotie die hij maakt degene voor de langere termijn, wellicht zelfs wat hard en ontoegankelijk in zijn jeugd. Daar blijkt vanavond niets van. De Batuta (vervanger voor een Grands-Echézeaux die helaas kurk bleek te hebben) deed het ook meer dan prima: woest-fruitige aromas en mokka, als geheel meer finesse dan de Côte Rotie, die duidelijk een krachtpatser is. Parker lust ‘em wel: 95 punten.
We drinken de avond uit met twee zoete wijnen van Maculan uit Veneto. Antoni Galloni in Parker’s Wine Buyer’s Guide “from top to bottom the most impressive lineup I tasted from Veneto was the wines of Fausto Maculan”. De Dindarello 2008 van moscato fior d’arancio is subtiel en fris-zoet. De botrytiswijn Acininobili 2003 (96 RP) van vespaiolodruiven, heeft een oranje kleur en is ook qua smaak veel meer ontwikkeld en complex. Een kwestie van stijlvoorkeur welke de lekkerste is. Een unieke start van het nieuwe seizoen, niet alleen omdat de proeverij van Nello nog vóór de werkavond plaatsvond, maar natuurlijk vooral vanwege de kwaliteit van de ingebrachte wijnen!
Verslag en proefnotities Rob van Ginneken