Proeftermen

De smaaksensatie die zich voordoet in de mond nadat de wijn is doorgeslikt of uitgespuugd.

De ethanol in de wijn die ontstaat tijdens het fermentatieproces (gisten zetten de druivensuikers om in alcohol en koolzuurgas). Het alcohol- gehalte wordt beschreven in percentages of als laag, medium en hoog.

Wijnen van witte druiven kunnen een oranje kleur krijgen, dit komt voornamelijk voor bij oudere wijnen door het rijpingsproces.

Een geurcomponent van een wijn, zoals bijvoorbeeld de frambozengeur van een fruitige pinot noir.

Een wijn is in balans wanneer er harmonie is tussen de zuren, tannines, alcohol, suikers, eikenhout en overige smaken. Ook wel: evenwichtig, harmonieus. De balans is een totaalbeoordeling.

Een wijn heeft balsemachtige geuren wanneer deze doen denken aan b.v. bijenwas, hars of wierook.

Bij biodynamische wijnbouw wordt er bovenop biologische praktijken ook rekening gehouden met de cycli van planeten, sterren en de maan. Daarnaast worden er verschillende homeopathische preparaten gebruikt om de grond te bemesten, ziekten te behandelen en ongedierte af te weren.

Biologische wijnbouw wordt gekenmerkt door de focus op het verbeteren van de wijngaardbodem en biodiversiteit om zo de behoefte aan het gebruik van kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en sulfieten te minimaliseren. Biologische wijnen zijn te herkennen aan verschillende keurmerken.

Veroorzaakt door tannines en kleurstoffen uit de schil of stoffen uit oude vaten. Door rijping verdwijnt onprettige bitterheid. Onrijpe tannines kunnen zorgen voor een bittere, wrange smaak in wijn.

Een bleke wijn is zeer doorzichtig en heeft weinig kleurintensiteit.

Een geconcentreerde, volle wijn wordt gekenmerkt door veel fruit, tannines, alcohol en zuren.

Een delicate wijn voelt zacht, verfijnd en elegant in de mond, dus zonder overdadige tannines of zuren.

Aantrekkelijk, niet te zwaar, met goede prijs/kwaliteit- verhouding.

Een droge wijn bevat geen of weinig restsuiker (tot 4 gram per liter).

Een dunne wijn wordt gekenmerkt door een laag alcoholgehalte, evenals weinig zuren en tannines.

Wijn die stevig is, vaak met bitters, geen avondwijn, komt beter tot zijn recht bij de maaltijd, term ligt moeilijk bij sommige proevers.

Een elegante wijn voelt zacht, verfijnd en delicaat in de mond, dus zonder overdadige tannines of zuren.

Een wijn is in evenwicht wanneer er harmonie is tussen de zuren, tannines, alcohol, suikers, eikenhout en overige smaken. Ook wel: balans, harmonieus.

Als de wijn representatief is voor herkomst en druivensamen- stelling.

Lichtvoetige wijn met ragfijne zuren, vaak gebruikt bij mooie wijn van de riesling druif.

Een wijn heeft finesse wanneer deze zowel complex als in balans is. Heel positief. Wijn die veel plezier geeft en waar iets aan te ontdekken is.

Een wijn welke een uitzonderlijk zijdezacht mondgevoel geeft (Pomerol).

De kleur van rode wijnen met een hint naar oranje wordt granaatrood genoemd.

Jonge, onrijpe wijnen kunnen een vegetaal aroma hebben welke doet denken aan gras.

Een halfdroge wijn bevat tot 12 gram suiker per liter.

Een halfzoete wijn bevat tot 45 gram suiker per liter.

Wanneer je een wijn proeft en meteen zin krijgt in een volgende slok. Fijne reflex. Typische bws-term.

Een harde wijn wordt gekenmerkt door veel tannines en weinig fruit.

Een wijn is harmonieus of in harmonie wanneer er een balans is tussen de zuren, tannines, alcohol, suikers, eikenhout en overige smaken. Ook wel: evenwichtig.

Een doorzichtige wijn. Het tegenovergestelde van troebel.

Een wijn heeft hout of is houterig door het gebruik van eikenhout tijdens het rijpingsproces en wordt gekenmerkt door geuren van vanille, kokosnoot, kruidnagel en boter. Ook wel: eiken.

Een wijn van 1 of 2 jaren oud met meestal frisse smaken, gewoonlijk gebotteld en verkocht binnen een jaar na de oogst.

De term klassiek verwijst naar oude-wereldwijnen die van oudsher in een bepaalde stijl worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld een Bordeaux-blend van cabernet sauvignon en merlot. Vergelijkbaar met traditioneel.

Een sprankelende wijn met een sensatie van extreme frisheid (sauvignon blanc).

Gebruikt om wijn aan te duiden uit de oude wereld.

Wijn met veel alcohol, zuren, tannines (voor rode wijn) en een hoge smaakintensiteit (garnacha, montepulciano).

Dropsmaak, veel gebruikt door oud voorzitter.

De tijd dat de smaken voortduren na het doorslikken of uitspugen van de wijn. Typisch voor een kwaliteitswijn is een lange afdronk.

Hoe een wijn in de mond voelt ruw, zacht, vlezig, fluwelig etc.

Wijn verandert van kleur en geur na in contact te zijn geweest met zuurstof. Dit kan de bedoeling van de wijnmaker (Sherry, Madeira, Vin Jaune) of een fout zijn (bruinige kleur, azijngeur).

Ongebruikelijke spijs/wijn combinatie, past verrassend goed bij chardonnay, pas na veertig jaar proeven ervaren.

De overgebleven suikers in een wijn.

Een wijn rijk aan smaak wordt gekenmerkt door veel verschillende fruittonen, evenals veel tannines, alcohol en zuren.

Rode wijnen waarvan de kleur niet neigt naar oranje, bruin of paars, worden robijnrood genoemd.

Een ronde wijn is toegankelijk, gemakkelijk te drinken en wordt gekenmerkt door niet te hoge tannine- en zuurgehaltes. Ook wel: soepel.

Een wijn kan als scherp worden ervaren door verschillende kenmerken, waaronder een hoog alcohol- of zuurgehalte, jonge tannines en/of onrijp fruit.

De sensatie van de suikers, zuren, bitters en alcohol in de mond tijdens het wijnproeven.

Een soepele wijn is toegankelijk, gemakkelijk te drinken en wordt gekenmerkt door niet te hoge tannine- en zuurgehaltes. Je mond trekt niet samen. Ook wel: rond.

Een stille wijn is een wijn zonder bubbels.

Jonge, droge en bittere wijnen met onrijpe tannines en weinig fruitsmaak (jonge cabernet sauvignon). Ook wel: stroef, stug of wrang.

Jonge, droge en bittere wijnen met onrijpe tannines en weinig fruitsmaak (jonge cabernet sauvignon). Ook wel: straf, stug of wrang.

Een stroperige wijn is gemakkelijk te herkennen aan de duidelijke, langzaam omlaagzakkende tranen in het glas. Deze wijnen bevatten een hoog alcoholpercentage en (in het geval van dessertwijnen) een bovengemiddeld restsuikergehalte (Sauternes, Monbazillac).

Het algehele mondgevoel van de wijn met name tannines, alcohol, suikers en zuren hebben hier invloed op.

Jonge, droge en bittere wijnen met onrijpe tannines en weinig fruitsmaak (jonge cabernet sauvignon). Ook wel: straf, stroef of wrang.

De tannines in rode wijn hechten zich aan tandplak en kunnen zo zorgen voor een paarsige gloed op de tanden. Daarnaast benoemt men tandplak wanneer de suikers van een wijn een plakkend laagje op de tanden achterlaten.

Tannines zijn chemische stofjes welke te vinden zijn in fruit (zoals de pitjes en schilletjes van druiven) en hout (eikenhout welke voor wijnrijping wordt gebruikt). Ze komen voornamelijk voor in rode wijnen en hebben een grote invloed op de structuur en smaak. Je mond trekt samen van tannines. Essentieel in bewaarwijnen.

Licht, fris, soepel en toegankelijk, positieve term, heel gebruikelijk in proeverijen, vooral in eerste series.

De term traditioneel verwijst naar wijnen die van oudsher in een bepaalde stijl (veel zuren, tanninerijk en complex) worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld een Bordeaux-blend van cabernet sauvignon en merlot. Vergelijkbaar met klassiek.

In hoeverre de wijn aan de binnenkant van het glas blijft plakken na walsen of drinken. Tranen kunnen dun, dik, doorzichtig of stroperig zijn.

Een ondoorzichtige wijn met veel zwevende deeltjes impliceert meestal een fout of de behoefte om de wijn te decanteren.

Een wijn is typisch wanneer deze kenmerken heeft die worden geassocieerd met het betreffende druivenras, het terroir van de bijbehorende appellatie of traditionele wijnmaaktechnieken die worden toegepast in de regio van afkomst. Altijd positief.

Een verfijnde wijn voelt zacht, elegant en delicaat in de mond, dus zonder overdadige tannines of zuren. Heel positief.

Een krachtige, volle en intense wijn met veel body.

Een wijn met een hoog alcohol- en/of suikerhalte. Te herkennen aan een geconcentreerde structuur en de dikke, stroperige druppels die aan de binnenkant van het glas blijven plakken.

Een vlakke wijn wordt gekenmerkt door weinig alcohol en een laag zuur- en tanninegehalte. Negatief.

Een zeer volle, goed uitgerijpte wijn die de impressie geeft dat je erop zou kunnen kauwen.

Gebruikt om wijn aan te duiden uit de nieuwe wereld verwarrend omdat er ook warme wijnen uit de oude wereld komen en koude uit de nieuwe.

Jonge, droge en bittere wijnen met onrijpe tannines en weinig fruitsmaak (jonge cabernet sauvignon). Ook wel: straf, stroef of stug.

Een zachte wijn voelt delicaat, verfijnd en elegant in de mond, dus zonder overdadige tannines of zuren.

Een zoete wijn bevat meer dan 45 gram suiker per liter. Hoe hoger het suikergehalte, des te zoeter de wijn.

Aantrekkelijk, hogere kwaliteit en vaak hogere prijs.

Wijnen hebben meestal een gemiddelde zuurwaarde tussen de 5 en 9 gram zuur per liter. Hoe hoger de zuurgraad, des te frisser de wijn.

Wanneer een wijn zuurstof heeft gehad, kan dit leiden tot een verandering in de kleur, geur en smaak.

Een zware wijn wordt gekenmerkt door veel body, alcohol en tannines.