Opkomende zon, Nederland zie je op zijn mooist vanuit de trein |
De organisatie
van de Grand Prix Saint Hubert heeft dit jaar een “eenvoudige maar moeilijke”
Grand Prix Saint Hubert gemaakt. Complimenten aan Fred Nijhuis en andere
wedstrijdmakers. Ze kozen een simpel concept: de tien rode druiven die iedereenmoet kennen. En dus proeven we merlot, tempranillo, malbec, sangiovese,
grenache, syrah, cabernet franc, nebbiolo, cabernet sauvignon en pinot noir.
Wijnen van deze druiven hebben we geregeld in het glas. En die zijn dus door de
bank genomen best herkenbaar.
Het eerste team
(Peter van den Besselaar, Berry Marinussen en Noel Geisen) scoorde zes landen
goed en drie druiven, samen goed voor 52 punten en een vierde plaats. Ons
tweede team (Jaap Cuijpers, Eric Hoepelman en Martijn de Groot) scoorde 34
punten.
Wat maakte de
proeverij dan zo moeilijk? Nou, doordat er wijnen op tafel staan die niet
voor de hand liggen. Merlot uit Californië bijvoorbeeld. Sangiovese uit
Oostenrijk. Pinot Noir uit Israël. Verder was de dag vol tradities: belachelijk
vroeg op zondag uit bed om naar Amsterdam te gaan (de NS werkt aan het spoor en
we vertrouwen de snelbussen niet). Dus gaperig om 7.00 uur verzamelen en in de
trein pas oog krijgen voor de schoonheid van ons land, met prachtig mistig
landschap en opkomende zon. Bij Prinsheerlijk in Amsterdam ontbijten en ons een beetje
verbazen hoe druk het zo vroeg al is in Amsterdam – veel buitenlandse toeristen. De
zaligheid om de zaal binnen te lopen met honderden glazen wijn, die reuk is
héérlijk. Twee uur super geconcentreerd proeven en vooral dialogiseren. Claim
jij deze wijn? Zou het ook dit kunnen zijn? Hé, hier zijn we het dus helemaal
niet eens? Kan je meegaan met XX want dat vinden er twee van de drie? Etc. Na
de traditionele Nam Kee lunch is het wachten op de uitslag. Rondom het
symposium vins naturel proeven we verschillende natuurlijke wijnen. Conclusie:
wedstrijdtraining blijft nodig.