Tulbagh Valley |
Nog maar
nauwelijks begonnen aan de blinde proeverij Zuid-Afrika van Gerard van Avendonk
en de discussie begint al. Niet langer gaat het over de toekomst van het land.
Het gaat over smaak.
Maar met de kwalificaties van de indrinker, een Prongrácz
brut met 60% pinot en 40% chardonnay en 2 jaar flesrijping kun je zowel een
gouden perspectief als een einde der tijden motiveren. Verdeelde meningen
variëren van appel, noot, mineralen, zacht en fris en elegant tot aan vlak, weinig
diepgang en kort. De tongen zijn in ieder geval los.
De eerste serie van twee wijnen brengt een enorme verrassing
op tafel. Naast de Chenin blanc van Windmeul uit 2015 krijgen we de Hongaarse
druif van de Lemberg Hárslevelú 2014 uit de Tulbagh Valley. Wat doet die hier?
Niet het glas uitstuiven in ieder geval, een ingetogen neus. Wel een lange
afdronk, een zoetheid die we vanavond in meer wijnen tegenkomen en rijpe
vruchten als banaan en lychee met een toefje honing op de koop toe. Een vol
glas, een hartendiefje van de proefhouder.
We schuiven op naar rood met een Nelson 2013 syrah, opnieuw
van Lemberg. Minder verrassend dan z’n witte partner. Zelfs de term saai valt.
Ook fruitella, rooibos thee, yoghurt, brandende alcohol, zoethout en framboos
worden genoemd. De andere wijn in deze serie, de Boschkloof epiloque 2014, is
ook een syrah. En ze zijn zo verschillend dat we bijna collectief niet
eenzelfde druif denken te proeven. Hier herkennen we ceder, kersen, chocola en
drop. Een kinderfeest voor volwassenen, helemaal als de kennersterm hapsap
tevoorschijn wordt gehaald.
En we
blijven bij rood, opnieuw een tweetal, opnieuw een druif, de pinotage. Hier wel
gelijkenissen, het lijkt wel familie. Met als eerste het kleine broertje, de
Lemberg spencer 2013. Zacht, thee, moerbei, kers en een beetje jodium. Ronde
bitters en een tikje zoet. Een lichte mate van brandend hout en rubber brengt
de Zuid-Afrika ervaring weer op bekend niveau. Zo waren de wijnen gekend.
Vanavond ontdekken we dat veel producenten het verleden hebben laten rusten.
De Kanonkop
pinotage 2014 is de grote broer. 11 maanden sur lie in grote vaten en 18
maanden in kleinere 225 liter vaten maken het een stevige vent met een flinke
body. De kruidigheid van spekkoek wordt geroken. Later blijkt op de fles dat
een combinatie met Aziatische gerechten wordt gesuggereerd. Geen gek idee omdat
we ook nog braam, zwarte bes, framboos, karamel, chocola en een pepertje
vinden. Ik voeg daar nog wat koffie en een klein dropje aan toe voordat we
overgaan op de slotserie.
Die bestaat
uit drie delen die gelukkig alle drie hun eigen liefhebbers hebben. Waar bij de
eerste wijn de ene het doet met groene paprika, bouillon en goulash daar laat
de andere een verfijning over de tong rollen van heb ik jou daar. Ja, het is vegetaal,
maar er is ook lekkere bouillon. En wat is er mis met een fijne paprika? De
Glennely Lady May 2010, cabernet sauvignon, heeft het.
Oogst bij Ernie Els |
We gaan naar de Kanonkop 2011 cabernet sauvignon. Deze dikkerd is toch zacht, heeft
ronde tannines en chocola. Een lichte zweem van het verbrande hout is gekoppeld
aan boter en iets jammigs. Zoetheid genoeg, maar wel met een zuurtje erbij.
De laatste
cabernet sauvignon, de Ernie Els proprietors 2012 bewijst dat ie z’n maker
kent. Ook die werd beter naarmate die ouder werd. En was op jonge leeftijd een
nog niet volledig ontwikkelde belofte. Heeft wel al alles in zich en de belofte
is groot. Aanstormend talent schittert niet voor een ieder. Geuren als nagellak
en azijn illustreren dat talent zich niet altijd ontbloot. Hout, zwarte kers,
leer en laurier geven wel de opmars naar een grote toekomst. Gerard schaart hem
nu al onder zijn favorieten.
De zoete
afsluiter heeft bij het fruit van krenten, abrikoos en perzik ook zuren. Met
kaneel, stroop en rozijnen in deze sauvignon blanc Lemberg surin 2013
beëindigen we een avond vol praat, praatjes en meningsvorming. Baie bly met
deze proeverij!
Proefnotities en verslag Just Krijn