Met de tegenwoordige prijzen in de Bordeaux proef je de
hogere wijnen niet meer elke dag. Een wijnkelder is goud waard. Letterlijk.
Henk heeft zo’n kelder. Met veel mooie Bordeaux die daar jong naar toe zijn gegaan
en nu op dronk weer uit de kelder mogen. Naar de proeftafel van de
Wijnsociëteit. We beginnen iets na half negen, tijd genoeg. Half elf klaar denk
je dan. Doei, geen schijn van kans. De tijd vliegt want dit zijn geen snelle
wijnen. Ze vragen aandacht, in het proeven en in het commentaar. Ze verdienen het ook, ik heb weer veel
sterren genoteerd bij mijn proefnotities.
Henk vindt dat een rode Bordeaux proeverij hoort te beginnen
met witte Bourgogne. En vandaag gaat hij nog een stapje verder. We proeven twee
maal wit als indrinker. De Quartz 2011 van
Cantina Terlan (Alto Adige) is in de neus duidelijk herkenbaar als
sauvignon blanc. Zweterig, buxus, pipi du chat, iets hout. Maar ook mineralig
fris. Iets zwoele aanzet met zuren die pas in het middendeel het
sauvignon-niveau bereiken. Mango en papaya. Beetje filmend, mooie afdronk, fijn
glas.De Chassagne
Montrachet 1e Cru Les Caillerets 2007 van Marc Colin et fils vond ik
prachtig. Volgoudgeel, duidelijk ouder in de neus met zelfs iets boenwas.
Soepele ronde aanzet, vol en breed van smaak, veel body, hout is aanwezig maar
mooi verweven, fijne afdronk. Dit is een waardig begin van een Bordeaux
proeverij…
Henk opent het rood met twee wijnen uit 2007. Eén links, éen
rechts. Château Pichon Longueville 2007 2e
Cru Pauillac versus Clos Fourtet 2007
1e GCC-B Saint Émilion. De wijnen hebben al best veel ontwikkeling, vooral
de Fourtet. Geen jaar om nog lang te bewaren. Vroegrijp, maar tjonge wat
lekker. Vooral de Fourtet. Zachte fluwelige aanzet, balans, zacht rood fruit,
nog ietsje tandplak, veel volwassener dan verwacht. Chocola én een mooi
zuurtje. Afdronk is fijn maar niet zo lang. Heerlijke wijn.
In de tweede serie staat Château Grand Pontet 2004 GCC Saint Émilion tegenover Château Clerc Millon 2004 5e Cru Pauillac.
En 2004 is duidelijk een stap omhoog ten opzichte van 2007. Iets strenger, meer
complexiteit, meer substantie, minder ontwikkeling. En true-to-type. Clerc
Millon is een van mijn favoriete huizen. Donkerrood, ietsje gebruinde rand,
glanzend. Mooie zachtzure aanzet, lakritz drop, chocola, bessig, nog wel
tannines maar mooie balans. Ik ben helaas de bob, dus spugen.
Serie 3 gaat tussen Château La Pointe 2000 Pomerol en Château Marquis de Terme 2004 4e Cru
Margaux. 2000 is een heel fijn jaar en de hogere wijnen gaan nu pas
richting hun top. Zo ook de La Pointe. Wat heeft deze Pomerol zich mooi
ontwikkeld! Donkerbruinrood, glanzend, evolutie in de rand. Prachtige
Bordeaux-neus met ceder, laurier, leer etc. Mooie zuren in de aanzet, bessen, koffie,
lakritz. Elegante, mooi geouderde wijn. Iets vegetaal maar heel intens, zegt
Toos. Just ruikt én proeft truffel. We drinken deze wijn op zijn hoogtepunt.
In serie 4 en 5 staan twee wijnen uit 1993, die we
uiteindelijk naast elkaar proeven. Château Léoville Barton 1993 2e Cru
Classé St. Julien
en Château Cos-d’Estournel 1993 2e Cru Saint-Estephe. The Beauty and the Beast. Finesse en
harmonie versus stevigheid en structuur. Allebei linkeroever, maar totaal
verschillende AC’s. De wijnen zijn donkerroodbruin, met duidelijke
evolutie in de rand. Maar allebei met een nog frisse neus en minder
ontwikkeling dan ik verwacht had. De Leoville-Barton heeft inderdaad die
St-Julien zuur-frisse aanzet. Nog
tandplak maar ook al iets drogend. En de Cos is geweldig. Natuurlijk was Cos
toen al geen typische robuust tannineuze St-Estephe, en na twintig jaar in de
fles zijn alle scherpe kantjes er af. Mooi geouderde neus, typisch Bordeaux,
ceder en sterke tabak. Just ruikt paddenstoel, hei en thijm. Mooie gebalanceerde
aanzet, fijne zuren, rondeur, kersen, prachtige afdronk. Superwijn.
En om het af te leren nog een uitdrinker. Spaans. Sherry. Tio Pepe “Fino en Rama” van Gonzalez Byass
& Co in Jerez de la Frontera. Sluit niet echt aan bij Bordeaux,
maar sluit wel mooi af. Heerlijk bij de kaas. Jong drinken, binnen drie
maanden. Vol, vettig, aromatisch van amandel en hazelnoot maar met de frisheid
van groene appel. Blaast de geitenkaas van tafel.
Mooi om deze toch kostbare Bordeaux in een jaar-opstelling
te proeven. 2007 kreeg het al moeilijk.
De 2004’s bleven stoer overeind. De 2000 en de 1993 waren voor mij de toppers
van de avond, met name de Cos. Heimwee-wijn.
Heimwee naar de tijd voordat het Parker toverstafje veel wijn in jam
veranderde. Heerlijke avond.
Verslag en proefnotities Noël Geisen