Onbekend terrein in
overbekend gebied: de Savoie. Pas in 1860 formeel aan Frankrijk toegevoegd.
Daarvoor onafhankelijk, of deel uitmakend van het koninkrijk Sardinië.Wordt hier wijn gemaakt? In
de bergen? Waar tot midden april geskied wordt? Heeft de zon hier zoveel kracht
om druiven te laten rijpen? Jazeker. Op de lagere hellingen, met de juiste
ligging, in de beschutting van de bergen is het een perfecte rijpingsplek. Het
is de eerste keer dat we dit gebied systematisch proeven. Vederlichte wijnen,
autochtone druivenrassen, in een sprookjesachtig decor.
Noël Geisen ging voor ons op
onderzoek uit en presenteerde een perfect opgebouwde proeverij. Het begint met
feestelijke rosé-belletjes van stokoude gamay
(1919!). Speels zoetje voor notabene zeven euro vijftig, ter plekke bij
wijnmaker Carrel. “Waarom maakt hij dit?”, verzucht Noël. Het antwoord volgt
bij de laatste serie rode wijnen.
In de volgende set van 3
staat de jacquère centraal. Een druif
met twee gezichten: ongecompliceerd, goed voor vederlichte wijnen, weinig
alcohol, geen hout nodig, wortelt het liefst in mergel en kalk, kan terroir
goed weerspiegelen en geeft de lichtheid een minerale ondertoon. De schaduwzijde:
makkelijk te telen, hoge opbrengsten, bulk zonder focus, goed voor vermouth en
in of bij raclette. De Liebfraumilch van de Savoie (met een zelfde soort
reputatieschade voor het gebied). De meningen van de proevers lopen uiteen:
veel zuren, kruisbessen, hazelnoten, groene appel, vegetaal. We moeten
duidelijk wennen aan die vederlichtheid, gebottelde berglucht met iets zepigs, plus
vlierbloesem of is het acacia? Het merendeel van dit proefgezelschap houdt van
meer kracht en structuur.
En men wordt op de wenken
bediend door de volgende serie. Eén keer bergeron
(roussanne) en twee keer altesse. De roussanne scoort hoog: (kwee)peer, boterig, hazelnoot, romig,
kracht, mooie zuren. Noël is blij: “als ik dit type wijn uit de Rhone inzet
zijn jullie nooit zo enthousiast, dan is het vaak ‘te weinig zuur, te log’”.
Punt gemaakt! De wijn is gemaakt door Jean-François Quenard. Een telg uit een
bekende wijnmakersfamilie in Chignin. Er zijn drie takken Quenard in dit dorp
die er toe doen: André & Michel, Jean-Pierre & Jean- François en
Raymond. Zo zijn we weer terug in dorpse sferen. De Savoie moet het hebben van
families die het zoeken in kwaliteit, kleinschaligheid en eigenheid van
terroir.
De beide altesses zijn ook krachtig, maar gaan
meer in de richting van honing, abrikozen, bloemen. De eerste wijn is niet
opgevoed op hout en behoudt daardoor een citroentjesfrisse finale, de tweede
wijn heeft de zuren ingewisseld voor amandelspijs, caramel, overrijpe vijg en
gebakken boter. De maker van de beide altesses
is Eugène Carrel uit Jongieux.
De verrassing van deze
wijnmaker is de gamay uit de volgende
serie: Cuvee Prestige VV. Fruitig (bakken rood fruit), vrolijk, diepte,
evenwichtig in alle facetten; die fles is leeg voor je er erg in hebt. Carrel
maakt een heel goede rode wijn waar je stil van wordt, en het restje van die
stokoude stokken gaat in de bubbels. Vrolijkheid en prestige samen!Meer van dit soort
ontdekkingen graag. Gaat heen en verken die alpiene
wijnen.
Zwitserland wacht. Aosta is terra
incognito.Maar wacht, volgende week
trekken we noordwaarts de donkere wouden van de Jura binnen. Had Pasteur, de
aartsvader van de vergisting, daar geen wijngaard?Onderzoekt alle dingen en
behoudt het goede. Goed gedaan Noël.
Verslag en proefnotities
Hans Lodewijkx