Piesporter Goldtröpfchen |
Sinds
een paar jaar is de aanduiding ‘Mosel Saar Ruwer’ vervangen door Mosel. Als dat
op een fles staat, kan de wijn dus ook uit de Saar of Ruwer komen: je moet dus
nu de wijngaarden of dorpen kennen om te weten uit welk deelgebied een fles
komt. Veel wijnen uit de Saar in de proeverij van Claartje Grielis. Verrassing:
Hans Lodewijkx brengt ook enkele langhalzen in. We proeven droge, niet zo droge
en (volgens sommige proevers) veuls te zoete wijnen. Die laatsten leveren in
mijn ogen wel de mooiste proefervaring op. De Saar is
zoals gezegd goed vertegenwoordigd, met wijnen van Van Volxem en Zilliken.
Daartussen stonden flessen uit Leiwen en Piesport, van b.v. Adam & Haart en
Reinhold Haart uit Piesport. St. Urbanshof levert wijnen uit zowel Saar als
Mossel.
Als
indrinker een Gutswein van Van Volxem,
die bij menig proever in de smaak valt. Moeilijk te omschrijven, mineralig,
noemt Toos de wijn, Cees proeft honing. De hoge zuren, volgens de boekjes zo
typisch voor Saarwijn, vallen op ondanks dat 2011 een rijp jaar heet te zijn.
Ook in de eerste serie- Grosses Gewächs
Saar – zit zo’n frisse wijn, van Lauer
dit keer: de Schönfels Fass 11. De
voorkeur van de meeste proevers gaat uit naar de Van Volxem Scharzhofberg. Goudgeel,
is dat een vleugje tabak in de neus?, mooie balans, sappig maar droog. Persoonlijk
vind ik de Zilliken Rausch in deze
serie erg mooi. Bleekgeel, iets gesloten, licht zoete aanzet, heerlijk fruchtig
(92 punten van de Gault Millau). Peter zou hier ongetwijfeld de
‘doorslikreflex’ genoemd hebben – ik heb die tenminste wel! Off-topic: n.a.v.
de Scharzhofbergwijn hadden we het kort over Egon Müller. In de nieuwe PersWijn
staat een artikel over dit huis.
Drie GG’s uit de Mosel in de volgende serie. De
Piesporters winnen het hier van de Leiwener Laurentiuslay van St. Urbanshof.
Die van Reinhold Haart, uit de Goldtröpfchen wijngaard, wat boerse
neus, off-dry, maar met veel spel en inhoud. Ragfijne zuren. De Piesporter “R” van van Adam & Haart is de meest fruchtige
en daarmee de meest typische Moselwijn.
In serie
3 staan Alte Rebenwijnen. Meer
concentraat mag je hier dus verwachten en we worden niet teleurgesteld. Een
heel lange afdronk heeft de Wiltinger
van St. Urbanshof, met daarvoor een stinkertje in de neus, een volle zoete
aanzet maar ook ruim voldoende zuren om het fris te houden. Claartje’s
hartediefje is de andere St. Urbanshof
uit Mehringen: in eerste instantie een prikkeltje, vrij vol, en een hele
mooie zoet-zuurbalans. Bij de afdronk krijg ik een suikerwaterassociatie maar
dan een goede: niks weeïgs aan deze wijn! De Altenberg van Van Volxem levert Jan zijn allereerste
petrolassociatie ooit op!
Het
wordt zoeter in serie 4, met twee
Spätleses. Heerlijk zoet sap, níet uit te spugen is de Wawerner Goldberg van Van Volxem. Vrij complexe neus, met o.a.
zaagsel- en kruisbesassociaties. (was
dat niet sauvignon blanc?) Maar dat zijn míjn notities: Hans L vindt de wijn
niet mooi: de zuren komen pas ná het zoetje. Dymph vindt de wijn simpelweg te
zoet. ’t Blijft iets heel persoonlijks toch, dat proeven. Bloemen (Twan) en
kruiden (basilicum, volgens Willem-Jan) zitten er in de Leiwener Laurentiuslay van St. Urbanshof.
Ockfener Bockstein |
We
sluiten af met drie Ausleses. Erg
jong nog, met een nog niet ontwikkelde neus, maar met een veelbelovend elegant
zoetje en prima balans is de Altenberg
van Van Volxem.Die van Zilliken,
uit de topwijngaard Rausch, is wel
erg “rassé” (Gault Millau), vinden ook Hans L. en Berry. GM geeft desondanks –
of dankzij – die zuren 95 punten. De mooiste nu dus voor mij: de St. Urbanshof Ockfener Bockstein heeft
wat minder pregnante zuren en is een mooie zoete wijn met veel fruit (perzik,
peer, en ook wat citrus).
Een
mooie proeverij – maar kan het ook anders met de Mother of All Grapes?
Verslag
en proefnotities van Rob van Ginneken.